Uitvoering van je programma
Bij de uitvoering van je programma komen institutionele dialogen kijken, partners en samenwerkingen, budgetaanpassingen en subsidieschijven.
Insitutionele dialoog
Open communicatie en opvolging
Art. 11 in het KB 2016 bepaalt dat de administratie (DGeo) en de ngo elkaar op regelmatige basis zien en spreken om 1) de evolutie van de organisatie (lees: erkenning) en 2) de evolutie van het programma dat wordt uitgevoerd, op te volgen. De geest van die ID’s is dat er een open communicatie is tussen alle actoren om het wederzijds begrip en het collectief leren te stimuleren.
- Sinds de herziening van het KB in 2021 liggen de agendapunten niet langer vast in de regelgeving. Elk jaar zijn er wel nog sectorafspraken hoe de ID van dat jaar georganiseerd zal worden (zie hieronder punt 2.1).
- De ID wordt minimaal 3 keer per programmacyclus georganiseerd (maximaal 5 keer).
Alle ngo’s uitgenodigd
Alle organisaties worden door DGeo uitgenodigd voor een ID. Doet DGeo dit niet, dan kan je er zelf ook om vragen (het is in eenieders voordeel om de dialoog zeker te organiseren). Organisaties uit de gegroepeerde aanvraag hebben ook ID’s en organisaties met een gemeenschappelijk programma worden in principe samen uitgenodigd voor een gemeenschappelijke ID. Als er redenen zijn om het luik over de institutionele, organisatorische en strategische evolutie van de organisaties in aparte dialogen te bespreken, kan je dit in overleg met je dossierbeheerder bespreken.
Sectorafspraken voor de institutionele dialogen van 2024
Zoals we al eerder hebben aangekondigd, zullen de institutionele dialogen voor 2024 grotendeels gaan over de follow-up van de verbeterpunten in de DBE-certificering. Hier zijn enkele praktische richtlijnen om in gedachten te houden voor de volgende institutionele dialogen (ID):
Wanneer:
- Gezien de zomervakantie zullen de ID’s in de laatste vier maanden van 2024 worden georganiseerd.
- Als er in 2024 al een ID is georganiseerd, zal er een tweede “uitzonderlijke” ID worden georganiseerd om de DBE certificeringskwestie aan te pakken.
- Om uitzonderlijke redenen is het mogelijk om de ID begin 2025 te houden (maar dit is niet gewenst).
- Ter herinnering, de datum van de ID moet gezamenlijk door u en uw DGEO-coördinator worden vastgesteld.
Agenda :
- Opvolging van de verbeterpunten van de DBE-certificatie met het oog op de screening. Na de herziening van het Koninklijk Besluit van 2016 kunnen organisaties die een DBE-certificering hebben behaald, onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld van het RGB-domein voor de volgende screening (zie de door de minister goedgekeurde nota).
- Andere punten die uw organisatie en uw DGEO-coördinator belangrijk vinden om te bespreken.
- Let op, voor gezamenlijke programma’s: net als bij “klassieke” ID’s kunnen organisaties die deelnemen aan een gezamenlijk programma zelf beslissen of het georganiseerde ID collectief of individueel is. In tegenstelling tot voorgaande jaren is het echter niet aan te raden om de ID’s van 2024 collectief te houden, op enkele uitzonderingen na, aangezien de ID’s van 2024 voornamelijk zullen gaan over een element dat specifiek is voor elke organisatie (het monitoring- en evaluatiebeleid).
Waar :
Bij wijze van uitzondering wil de DGEO dat de ID 2024 zoveel mogelijk op de DGD wordt gehouden om de deelname te vergemakkelijken van de leden van de interne DGEO werkgroep erkenning, die in sommige gevallen waarschijnlijk meerdere ID’s per dag zullen moeten bijwonen. Het is mogelijk om de ID volledig virtueel te organiseren, op voorwaarde dat de technische capaciteiten aanwezig zijn om de ID in de best mogelijke omstandigheden te laten plaatsvinden. Het hybride formaat moet worden uitgesloten.
Vergaderprocedure en PV van de ID :
- De vergadering wordt voorgezeten door de DGEO en het secretariaat wordt verzorgd door de betrokken organisatie.
- Om aanspraak te kunnen maken op vrijstelling van het RGB-domein moet de betrokken organisatie de notulen van de ID als bewijs voorleggen. In deze context zal:
1) Het PV van de ID zal een standaardformulier bevatten dat de update bevestigt. Dit formulier is al opgenomen in de te gebruiken model van PV.
2) De notulen van de ID moeten worden ondertekend door de administratie. Houd er rekening mee dat de notulen pas worden ondertekend nadat ze zijn doorgelezen en goedgekeurd door de verschillende deelnemers van de administratie (DGEO programmacoördinator, zijn/haar dienstshoofd en één lid van de interne DGEO werkgroep erkenning).
Deelname DGEO:
De DGEO programma coördinator zal aanwezig zijn, evenals het diensthoofd, voor zover mogelijk. De administratieve delegatie zal worden aangevuld met één lid van de interne DGEO werkgroep erkenning, als waarnemer en indien nodig ondersteuning. Het doel is om een systematische deelname van leden van deze werkgroep aan alle ID’s te hebben om een overzicht te hebben en een billijke behandeling van alle organisaties te garanderen. De programmacoördinator heeft de leiding over de vergadering en het diensthoofd en het lid van de werkgroep erkenning bieden ondersteuning.
Ter herinnering: een lid van de federaties kan als waarnemer aanwezig zijn, op uitnodiging van de betrokken organisatie. De aanwezigheid van een persoon van de federatie als waarnemer is essentieel voor het uitvoeren van onze missies. Door deel te nemen aan deze institutionele dialogen leren we veel over individuele organisaties, maar ook over de sector. Op basis van deze kennis kunnen we onze acties aanpassen. Deze deelname is des te belangrijker met het oog op de nieuwe erkenning en screening.
Vergeet ons dus zeker niet uit te nodigen!
Aarzel niet om contact op te nemen met Iseult (Iseult.kestelyn@ngo-federatie.be) als je verdere vragen hebt over de institutionele dialoog.
Voorbereiding institutionele dialoog 2024
Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de toetsing op het gebied van resultaatgericht beheer, moet de organisatie die erkenning aanvraagt:
- Aantonen in de vraag tot erkenning dat het de certificering heeft en het jaar waarin het is verkregen;
- De notulen verstrekken van de institutionele dialoog 2024 waarin de administratie heeft bevestigd dat de certificering is bijgewerkt. OF Verzoeken om hiervoor in de eerste helft van 2025 een institutionele dialoog te houden.
Een goede schriftelijke voorbereiding op de 4 vragen uit de nota kan zeker helpen tijdens de dialoog zelf.
Er wordt gevraagd om de volgende punten voor te bereiden voor de ID:
- Een herinnering aan de conclusies en de opgesomde verbeterpunten en de zelfevaluatie van het al dan niet adequaat zijn van de follow-up die aan de aanbevelingen gegeven wordt/ heeft gegeven/zal worden gegeven. De evolutie van de sterke punten van de organisatie en het vervolg dat gegeven is aan de specifieke aandachtspunten.
- Becommentarieerde zelfevaluatie van de evolutie van de basiscriteria sinds het behalen van de certificering en de kwaliteit van de evaluaties.
- De geleerde lessen betreffende het monitoring- en evaluatiesysteem van de organisatie als geheel.
- Identificatie van één of meer evaluaties waarop de organisatie zich wil richten tijdens de Institutionele Dialoog.
Andere belangrijke aandachtspunten:
- Hou er rekening mee dat deze schriftelijke voorbereiding 10 werkdagen voor het ID moet doorgestuurd worden en dat de schriftelijke voorbereiding minimum enkele werkdagen in beslag zal nemen. Laat dit dus niet al te lang liggen!
- Voorzie een goede PP met de kernboodschappen die je wilt meegegeven.
- Overweeg of er nog andere belangrijke punten zijn die je wilt bespreken op dit ID buiten de opvolging van de DBE certificatie.
- Buiten jullie dossierbeheerder zal er zeker minimum 1 persoon uit de DGD werkgroep erkenning aanwezig zijn bij dit ID.
- Model PV kan je terugvinden op de website van de federatie. Vergeet niet hier ook het belangrijkste in te noteren gezien de getekende PV dient voor de vrijstelling toetsing RGB.
Let op: De aanvraag tot vrijstelling zelf wordt ingediend op het moment van indiening van de vraag tot erkenning in december (met de getekende PV van de ID als bewijs of de aanvraag tot ID in de eerste helft van 2025).
Documenten voor de institutionele dialoog
Evaluatie van de institutionele dialogen
- Belangenbehartiging
- DGD-programmacyclus
- DGD-regelgeving
Evaluatie institutionele dialogen 2018
- Belangenbehartiging
- DGD-programmacyclus
- DGD-regelgeving
Evaluatie institutionele dialogen 2019
- Belangenbehartiging
- DGD-programmacyclus
- DGD-regelgeving
Evaluatie institutionele dialogen 2020
Partners en samenwerkingsverbanden
In de programma’s 2022-2026 zijn er in de praktijk twee soorten manieren van samenwerken. We lichten de begrippen hieronder kort toe en geven commentaar hoe je er best mee omgaat.
Wat staat in de wet OS (2013)?
In de wet staat alleen een definitie naar ‘het partnerschap’ (heel algemeen, art. 2, 13°)
Wat staat in het KB 2016?
In het KB staat alleen een definitie van ‘lokale partner’ (art. 1, 3°)
Partnerschapsbeheer in kader van de screening
Het KB brengt ook nog een aantal zaken samen voor het domein partnerschapsbeheer.
- De definitie: KB 2016, art. 2 5° + bijlage 1, 5°
- De criteria waarop dat domein in 2015/2016 beoordeeld werd: bijlage 1, 5°
- De documentenlijst: bijlage 3, 5°
Wat staat in de programmaformat?
Het is enkel in de programmaformat [LINK] dat de administratie vroeg om een onderscheid te maken tussen partnerschappen (16e definitie op p. 8) en samenwerkingen (collaborations) (4e definitie op p. 6).
Voor elk zijn ook specifieke richtlijnen voor overeenkomsten opgemaakt: zie p. 41-43.
Commentaar
De verschillende definities en referenties zorgen ervoor dat de dingen ingewikkeld zijn. Als federaties willen wij de aandacht vestigen waarom het belangrijk is om hier toch zorgvuldig mee om te gaan:
- Ten eerste is het belangrijk dat we als sector partnerschappen op een zo mondiaal mogelijke manier kunnen benaderen (#ontkokering). Mondiale problemen vragen om mondiale oplossingen en dan is het nodig om met actoren overal ter wereld te kunnen samenwerken.
- De DGD-regels komen in de praktijk tegemoet aan die mondiale bezorgdheid door de introductie van twee definities: één voor partners en één voor samenwerkingen. Samenwerkingen – die niet gebonden zijn aan een geografische afbakening – houden vanzelfsprekend in dat je met andere actoren kan samenwerken rond een bepaald thema (óók als die actor niet in een GSK-land gevestigd is).
Werkgroep dekolonisering, ontkokering en evenwaardige partnerschappen
Sinds 2020 is er een werkgroep bij ngo-federatie die kritisch bevraagt, inspireert en goede praktijken bijeen brengt rond het brede thema ‘partners’. Check de pagina over dekolonisering, ontkokering en evenwaardige partnerschappen om zelf het beleid en de praktijken daaromtrent in jouw eigen organisatie kritisch onder de loep te houden.
Budgetaanpassingen
Artikel 34 in het KB 2016 voorziet de mogelijkheid om in de loop van het programma flexibel om te gaan met het programmabudget. Aan de hand van volgende regels kan je dit op een goede manier aanpakken.
Mag je schuiven tussen de jaren?
Ja. De limieten worden berekend op basis van het initiële meerjarige budget. Hun nakoming wordt geverifieerd door de vergelijking van het initiële meerjarige budget met de totale aanpassingen voor een budgetpost.
Het budget en de outcomes zijn beschreven voor 5 jaar. Als er grote wijzigingen zijn gedurende de 5 jaar die aanleiding kunnen geven tot overschrijdingen van de limieten over het geheel van de 5 jaar dan moet hiervoor toestemming gevraagd worden. Goedkeuring voor tijdelijke overschrijdingen door de jaren heen moeten niet aangevraagd worden.
Mag je schuiven tussen budgetrubrieken*?
Ja. Goedkeuring van de aanpassingen door de administratie is slechts vereist als de voorgestelde wijzigingen de volgende limieten overschrijden:
- toegestane afwijking voor het totaal van een algemene budgetrubriek, binnen een outcome of de beheerskosten: de grootste afwijking tussen -30% tot +30% of € -10.000 tot € +10.000;
Deze limieten worden berekend op basis van het initiële meerjarige budget. Hun nakoming wordt geverifieerd door de vergelijking van het initiële meerjarige budget met de totale aanpassingen voor een budgetpost.
Voorbeeld: Hieronder is te verstaan dat er binnen een outcome of binnen de beheerskosten kan geschoven worden met budget zonder goedkeuring van DGD tot 30% of €10.000. Dit is onder voorwaarde dat er meer dan één budgetrubriek is. Bijvoorbeeld in de beheerskosten bestaan 2 rubrieken: personeelskosten én kost aankoop voertuig (andere kost). Er kan dus geschoven worden met 30% (of €10.000) van het budget van kost aankoop voertuig naar personeelskost (beiden binnen de beheerskosten) (of andersom). Dit zou nieuwe budgetten opleveren bij de twee rubrieken in de beheerskosten, maar de optelsom van de budgetten blijft hetzelfde.
*Wat zijn budgetrubrieken?
Voor de operationele kosten en de administratiekosten zijn er 3 rubrieken:
- investeringskosten
- werkingskosten
- personeelskosten
Voor de beheerskosten zijn er 3 rubrieken:
- personeelskosten
- audit en evaluatie kosten
- andere kosten
Mag je schuiven tussen GSK’s?
Ja. Goedkeuring van de aanpassingen door de administratie is slechts vereist als de voorgestelde wijzigingen de volgende limieten overschrijden:
- toegestane afwijking voor het totaal van een GSK: de grootste afwijking tussen -10 % tot +10 % of € -10.000 tot € +10.000;
- toegestane afwijking voor een niet door een GSK gedekt outcome: -100 % tot + 0 %.
Deze limieten worden berekend op basis van het initiële meerjarige budget. Hun nakoming wordt geverifieerd door de vergelijking van het initiële meerjarige budget met de totale aanpassingen voor een budgetpost.
Voorbeeld: Hieronder is te verstaan dat er geschoven kan worden met budgetten tussen GSKs. Dus concreet: het gehele budget dat is bestemd voor een bepaald GSK kan met 10% (of €10.000) verschuiven naar een ander GSK. Hierbij is geen DGD-goedkeuring nodig als de verschoven budgetten binnen de marges blijven.
Mag je schuiven tussen outcomes binnen een GSK (specifieke doelstellingen)?
Ja. Goedkeuring van de aanpassingen door de administratie is slechts vereist als de voorgestelde wijzigingen de volgende limieten overschrijden:
- toegestane afwijking voor het totaal van een outcome binnen een GSK: de grootste afwijking tussen -20 % tot +20 % of € -10.000 tot € +10.000;
Deze limieten worden berekend op basis van het initiële meerjarige budget. Hun nakoming wordt geverifieerd door de vergelijking van het initiële meerjarige budget met de totale aanpassingen voor een budgetpost.
Voorbeeld: Hieronder is te verstaan dat er binnen een GSK (bijvoorbeeld GSK Benin) kan geschoven worden met budget zonder goedkeuring van DGD tot 20% of €10.000. Dit is onder voorwaarde dat er meer dan één outcome (project) is in dat GSK. Bijvoorbeeld in Benin zijn twee projecten lopende (outcome 1 rond thema A en outcome 2 rond thema B). Er kan dus geschoven worden met 20% (of €10.000) van het budget van outcome 1 van GSK Benin naar outcome 2 van GSK Benin (of andersom). Dit zou nieuwe budgetten opleveren bij de twee outcomes in GSK Benin, maar de optelsom van de budgetten van de outcomes blijft hetzelfde.
Wanneer moet je een budgetaanpassing aanvragen?
Samengevat: alle budgetaanpassingen moeten worden gecommuniceerd aan DGD, maar goedkeuring is alleen nodig indien de vastgestelde limieten (KB Art. 34) worden overschreden. Deze limieten worden berekend op basis van het initiële meerjarige budget. Hun nakoming wordt geverifieerd door de vergelijking van het initiële meerjarige budget met de totale aanpassingen voor een budgetpost. Een budgetaanpassing kan aangevraagd worden tot 120 dagen vóór het einde van het programma.
Aandachtspunten
- Het format van de budgetaanpassingen is een verplichte bijlage bij het financieel verslag. Ook al waren er in het jaar voordien geen aanpassingen gedaan die voorafgaande goedkeuring vereisten. De Excel moet opgeladen worden met de initieel goedgekeurde budgetten. Voor sommige organisaties zal het nodig zijn om lijnen toe te voegen aan het sjabloon. Dit kan zonder probleem. Het is belangrijk dat u waakzaam blijft over de formules.Let op: het sjabloon is vergrendeld (zonder wachtwoord) om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt tijdens het invullen. DGD adviseert om het sjabloon na het aanpassen van de structuur, indien nodig, opnieuw te vergrendelen, maar nog steeds zonder wachtwoord.
- Vergeet niet dat het doel van de kolommen is om de aanpassingen te identificeren die tijdens een bepaald jaar zijn gemaakt, en niet om het budget voor een rubriek/outcome/GSK tussen de jaren toe te wijzen. Alle aanpassingen die in jaar X worden gedaan, moeten daarom alleen in de kolom van jaar X staan.
- Vergeet niet dat een begrotingsaanpassing een wijziging van de totale begroting van een rubriek/outcome/GSK betekent. Het gaat niet om het bijhouden van aanpassingen in het uitgavenschema (het vertragen of vervroegen van uitgaven ten opzichte van de referentiebegroting).
- DGD-regelgeving
- Financiën
Budgetaanpassing verplicht sjabloon 2022 – 2026
Subsidieschijven en schuldvorderingen
Modaliteiten voor de indiening van de schuldvordering:
- De schuldvordering dient verzonden te worden naar einvoice@diplobel.fed.be
- De ondertekende schuldvordering en de eventuele inleidende brief worden verwacht in pdf-formaat.
- Indien van toepassing, wordt de tabel met de uitgavenstaat verwacht in Excel- en in pdf-formaat (ondertekende versie).
- Indien van toepassing, wordt de berekeningstabel voor vrijwillige vermindering van de subsidie verwacht in Excel-formaat.
Betaling van de subsidie
KB 2016, Art. 32
- Programmajaar 1: schuldvordering indienen vanaf 15 januari
- Programmajaar 2: schuldvordering indienen vanaf 15 januari & deadline indienen financieel rapport van het eerste programmajaar (conform KB Art. 47 & 48) op 30 juni
- Programmajaar 3: schuldvordering indienen vanaf 15 januari & deadline indienen financieel rapport van het tweede programmajaar (conform KB Art. 47 & 48) op 30 juni
Vereiste bestedingsgraad: financieel rapport toont aan dat minstens 50% van het saldo van programmajaar één besteed is (inclusief subsidie en eigen inbreng).
- Programmajaar 4: schuldvordering indienen vanaf 15 januari & deadline indienen financieel rapport van het derde programmajaar (conform KB Art. 47 & 48) op 30 juni
Vereiste bestedingsgraad: financieel rapport toont aan dat minstens 75% van het saldo van programmajaar twee besteed is én 100% van het jaar één (inclusief subsidie en eigen inbreng).
- Programmajaar 5: schuldvordering indienen vanaf 15 januari & deadline indienen financieel rapport van het vierde programmajaar (conform KB Art. 47 & 48) op 30 juni
Vereiste bestedingsgraad: financieel rapport toont aan dat minstens 75% van het saldo van programmajaar drie besteed is, 100% van het jaar twee én 100% van jaar één (inclusief subsidie en eigen inbreng).
Bekijk KB art. 32 voor uitzonderlijke gevallen waarbij de minimale bestedingsgrens niet bereikt wordt.
Technische nota
- DGD-regelgeving
- Financiën
Nota jaarperiodiciteit (annualité des dépenses)
- Financiën
De financiële functie in een ngo
Een financieel gezonde ngo heeft sterke relaties met zijn donoren, met zijn partners en het breed publiek, maar maakt ook deel uit van een sterk sectoraal netwerk, dat actief aan u...
Lees Meer- Europa
- Financiën
EU-financiering
Het Directoraat-Generaal voor Internationale Samenwerking en Ontwikkeling (DG INTPA) is binnen de Europese Commissie verantwoordelijk voor het Europese beleid voor ontwikkelingssam...
Lees Meer- DGD-regelgeving
- Financiën