Hoe financieren ngo’s hun werking?

Ngo’s zijn de motor van internationale solidariteit. Hiervoor doen ze beroep op een verscheidenheid aan middelen. Allereerst hebben ze een aanzienlijke eigen inbreng. Deze eigen inbreng wordt voornamelijk gegenereerd door fundraisingcampagnes. Pas wanneer een ngo over voldoende eigen middelen beschikt, maakt de organisatie aanspraak op overheidssubsidies. Wettelijk gezien moeten ngo’s minstens 20% van hun budget via eigen middelen voorzien. In realiteit zitten behoorlijk wat ngo’s ruim boven deze wettelijke drempel. Om hun missie te realiseren, worden de eigen middelen aangevuld met overheidssubsidies.

Wanneer maakt een organisatie aanspraak op overheidsmiddelen?

Voordat een ngo aanspraak kan maken op subsidies, doorloopt ze een strenge screeningsprocedure. Dit garandeert dat alleen organisaties met een solide werking toegang krijgen tot overheidssteun. Elke erkende ngo dient bovendien om de vijf jaar een programma in bij de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD). Dit programma bevat concrete doelstellingen en een gedetailleerd budget.

Autonomie en flexibiliteit als motor voor effectiviteit

De middelen die ngo’s in België verwerven, zowel via hun eigen fondsenwerving als via overheidssteun, worden op hun beurt toegewezen aan actoren in de partnerlanden. De autonomie en flexibiliteit die ngo’s kenmerken, stellen hen in staat om de specifieke noden en behoeften te identificeren die door hun partners naar voren worden geschoven. Het zijn net die flexibiliteit en autonomie die ngo’s in staat stellen om een rol op te nemen die de overheid zelf niet altijd kan opnemen.

De autonomie en flexibiliteit die ngo’s kenmerken, stellen hen in staat om de specifieke noden en behoeften te identificeren die door hun partners naar voren worden geschoven.

Dankzij deze intrinsieke sterktes en het unieke karakter van ngo’s behouden ze voldoende ruimte om hun aanpak af te stemmen op lokale contexten, ook binnen de geografische en thematische prioriteiten van de Belgische overheid. Dit principe van lokalisatie versterkt niet alleen de autonomie en effectiviteit van de ngo’s, maar ook hun vermogen om op een duurzame manier in te spelen op complexe en uiteenlopende uitdagingen. Door nauw samen te werken met lokale partners ondersteunen ngo’s oplossingen die lokaal verankerd zijn en echte impact hebben.

Wat is de impact van ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking en hoe wordt die impact in kaart gebracht? Dit kan je terugvinden op de tegel ‘Impact en Resultaten’.

Financiële transparantie, de sleutel voor maatschappelijk draagvlak

Ngo’s dienen jaarlijks verantwoording af te leggen aan DGD om aan te tonen hoe de overheidsmiddelen werden ingezet. Dit gebeurt via een vastgelegd format. Bovendien is elke ngo verplicht om de jaarrekeningen publiek toegankelijk te publiceren en de International Aid Transparency Initiative (IATI) tool, een wereldwijd transparantie-initiatief, in te vullen. De jaarrekeningen worden gecontroleerd en ondertekend door zowel de bestuurders als een auditor van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.

NGO-openboek

Naast deze wettelijke verplichtingen, nemen we als sector initiatieven om van (financiële) transparantie een organisch proces te maken. Samen met onze Franstalige zusterfederatie (ACODEV) richtte we de transparantietool NGO-openboek op. Deze tool stimuleert transparantie binnen de sector en moet een breder maatschappelijk en politiek draagvlak creëren. Op die manier krijgen geïnteresseerden onder andere een inzicht in hoe de middelen worden besteed, het personeelsbestand van de organisatie en landen waar een ngo actief is. Zo gaat driekwart van de ter beschikking gestelde overheidsmiddelen rechtstreeks naar ontwikkelingssamenwerking. Dit onderstreept de efficiëntie waarmee ngo’s opereren.

Neem een kijkje op NGO-openboek

Inzetten op innovatie

Door wetenschappelijke rapporten te bestellen die inspelen op actuele thema’s die nuttig geacht worden voor de hele sector, investeert ngo-federatie mee in innovatieve en inspirerende inzichten voor de sector en het bredere middenveld.

In samenwerking met HIVA, de multidisciplinaire onderzoeksinstelling van de KU Leuven die beleidsgericht onderzoek rond arbeid en samenleving verricht, werden drie vervolgstudies (2015, 2018, 2024) uitgevoerd over de overheidsfinanciering van organisaties van de civiele maatschappij. De meest recente studie werd ook gepresenteerd tijdens een webinar. Deze webinar vind je hier.

Je kan de drie studies hieronder consulteren.

Charlotte Gowie

Medewerkster Financiële duurzaamheid en Innovatie 02 536 19 28 contacteer